Ondersteuning en passend onderwijs
Iedere leerling heeft een eigen opdracht in het leven. Ook op school gaat dit voor de een meer vanzelf dan voor een ander. Daar waar het niet zo vanzelf gaat zetten we extra ondersteuning in rondom de leerling en de leerkracht.
Als dit nodig is, is er contact tussen de leerkracht en de Intern begeleider om te bekijken welke stappen gezet moeten worden. De ouders / verzorgers worden door de leerkracht op de hoogte gebracht van wat hij/zij signaleert en als er ondersteuning nodig is en betrokken bij de gesprekken die nodig zijn.
Bij het inrichten van deze zorgroute zijn de volgende uitgangspunten richtinggevend:
- We richten ons onderwijs in op basis van leeftijdsgebonden groepen. In principe blijft elke leerling gedurende zijn schoolloopbaan in deze groep. Door deze inrichting kunnen we het leerstofaanbod laten aansluiten bij de ontwikkelingsfase waarin zich de kinderen van die groep bevinden.
- Vanuit deze klassikale benadering, streven we ernaar zo veel mogelijk te differentiëren en tegemoet te komen aan de verschillende onderwijsbehoeften van de kinderen.
- In ons onderwijs en in het bieden van extra ondersteuning, streven we ernaar alle aanwezige potenties van de kinderen te ontwikkelen. We oriënteren ons op het gehele kind. Dus niet alleen op de cognitieve vaardigheden.
- De ontwikkeling van hoofd, hart en handen staat centraal.
Voor de leraar is het van belang om de leerlingen goed te kennen. Hoe verloopt het ontwikkelingsproces? Wat is het niveau? Wat zijn de kenmerken en de onderwijsbehoeften van de leerlingen? De noodzakelijke ondersteuning wordt hierop afgestemd. Deze ondersteuning / begeleiding kan gericht zijn op leerlingen die wat minder kunnen, maar ook op leerlingen die wat meer kunnen. De leraar is de centrale figuur bij de ondersteuning en begeleiding in de klas van leerlingen en het contact met de ouders/verzorgers. De Intern Begeleider heeft een coördinerende taak.
Om het ontwikkelingsproces te volgen hanteren we de Cito toetsen. De scores en grafieken zijn te vinden in ParnasSys, ons leerlingvolgsysteem. De ontwikkeling van hoofd hart en handen en de vrijeschool specifieke vakken volgen wij in Volglijn, een specifiek vrijeschool leerlingvolgsysteem.
Ondersteuningsplan
De school heeft een Ondersteuningsplan. In dit plan staat beschreven hoe de ondersteuning en begeleiding in en rondom de school is georganiseerd en de cyclus die we doorlopen in een schooljaar als het gaat om begeleiden en volgen van leerlingen met een ondersteuningsvraag. Ook wordt beschreven hoe ons zorgsysteem past in de “1-zorgroute” van Samenwerkingsverband (SWV) Passend Onderwijs IJssel Berkel. Voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben kan een arrangement aangevraagd worden bij dit SWV.
Schoolondersteuningsprofiel
Dit profiel ondersteunt in de eerste plaats het antwoord op de vraag of een school kan voldoen aan de onderwijsbehoefte van een leerling. Op basis van het profiel wordt in algemeenheid duidelijk wat de school wel of niet voor een kind kan betekenen. Het schoolondersteuningsprofiel is daarmee ook een middel in de communicatie met ouders. Ten tweede ondersteunt het schoolondersteuningsprofiel het professionaliseringsbeleid van scholen. In dit document staat namelijk beschreven waar de school staat en wat de ontwikkelpunten zijn. In het schoolplan is te lezen hoe hier in de komende jaren aan wordt gewerkt. Bovendien geeft het ook de ambities van de school weer als het gaat om extra ondersteuningsmogelijkheden. Tot slot is het voor het samenwerkingsverband relevant om te weten in hoeverre scholen voldoen aan het afgesproken niveau van basisondersteuning. Dit document is daarmee ook een belangrijk instrument voor monitoring (zie verder beleidsstuk Schoolondersteuningsprofiel).
Het schoolondersteuningsprofiel speelt een rol bij de toelating van kinderen (zie Aannamebeleid).
Passend Onderwijs
Op onze school geven we passend onderwijs: Onderwijs dat is afgestemd op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Bij iedere aanmelding van een kind wordt gekeken of er een ondersteuningsvraag is en of de school hierop kan afstemmen. Het schoolondersteuningsprofiel speelt een rol bij de toelating van kinderen (zie Aannamebeleid). Bij een specifieke ondersteuningsbehoefte wordt het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs gevraagd mee te kijken.
Passend onderwijs krijgt ook gestalte in de klas. Onze leraren stemmen het handelen af op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Ze werken handelingsgericht volgens een zorgstroomschema (zie ook Ondersteuningsplan). Handelingsgericht werken (HGW) betekent dat er bij een leerling met een ondersteuningsvraag gekeken wordt naar de meewerkende en beperkende factoren van elke leerling en er wordt gezocht naar handelingsgerichte oplossingen.
De leerkracht van de betreffende klas noteert deze onderwijsbehoeften in het groepsoverzicht en vult ze aan met de meewerkende en beperkende factoren van elke leerling. Uit dit groepsoverzicht maakt de leerkracht voor elke periode- en vakles een groepsplan. In dit groepsplan wordt onderscheidt gemaakt tussen de verschillende niveaus van de leerlingen en worden leerlingen geclusterd op instructiebehoeften en ondersteuningsbehoeften. Deze groepsplannen worden 2x per jaar geëvalueerd en aangepast.
Eigen leerlijn
Leerlingen waarvan vaststaat dat ze maximaal het eindniveau van klas 4 halen (en dus de doelen van klas 6 niet zullen realiseren) krijgen een ontwikkelingsperspectief (OPP). Het OPP wordt opgesteld op basis van meer dan een jaar achterstand op een van de vier hoofdvakgebieden rekenen, technisch lezen, begrijpend lezen of spelling. Het OPP bevat de einddoelen en tussendoelen per vak en het VO-perspectief (eventuele later vast te stellen). Daarnaast wordt verwezen naar een groepsplan waarin concreter staat hoe de leraar de doelen gaat realiseren. Een OPP wordt twee keer per jaar geëvalueerd door de IB-er, leraar, en de ouders. In beginsel proberen we OPP’s te voorkomen door het lesgeven vroegtijdig aan te passen aan de onderwijsbehoeften van het kind. Door het intensiveren van het aanbod, de tijd en/of de instructie proberen we leerlingen bij de groep te houden. Lukt dat niet dan krijgt de leerling een OPP en daarmee een eigen leerlijn.
Beleid meer begaafde leerlingen (hoogbegaafden)
Sinds een aantal jaar krijgen leerlingen die het nodig hebben extra uitdaging in een projectklas. Afhankelijk van de leeftijd werken ze een of twee lesuren per week aan speciale opdrachten onder begeleiding van de coördinator hoogbegaafdheid. Op deze manier hebben zij de mogelijkheid om met gelijkgestemden samen te werken. Daarnaast leren de kinderen hier vaardigheden die zij door hun hoogbegaafdheid niet automatisch in de klas eigen maken en is er aandacht voor het leren leren.
Ook in de klassen houden de leraren rekening met meer en hoogbegaafde leerlingen. Op het groepsplan staat vermeld wat deze kinderen aan extra stof aangeboden krijgen. Daarbij gaat het niet zozeer om 'meer van hetzelfde' als wel om stof met een (uitdagende) meerwaarde voor deze kinderen.
Meer hierover vindt u in het Beleidsplan Hoogbegaafdheid.
Afsluiting en beoordeling
De zorg en begeleiding blijven een voortdurend punt van aandacht en worden aangepast aan de ontwikkelingen die vanuit de inspectie vereist zijn. Daarnaast is er sprake van een positieve spiegeling en beoordeling en het stimuleren van de ontwikkeling. De sterke kanten van het kind worden gestimuleerd, tekortkomingen worden uitdagingen, alles naar de individuele maat van het kind.
Dit wordt altijd in samenhang gezien met het aan de leeftijd gebonden ontwikkelingsbeeld. Doubleren komt alleen voor als een leerling daardoor beter aansluit bij de sociaal emotionele ontwikkelingsfase van de klas waar het instroomt. Er wordt blijvend gezocht naar passende vormen van beoordeling, die de kinderen dichter bij zichzelf brengen.
In het jaarlijkse getuigschrift wordt dit alles in beelden verwoord. Het getuigschrift is positief, zelfvertrouwen bevestigend en stimulerend voor het kind. In het eerste deel wordt een beeld voor het kind beschreven. In het tweede deel vindt de omschrijving plaats van de persoonlijkheid zoals die in de klas naar voren komt. Ten slotte in het laatste deel worden de resultaten zo concreet mogelijk weergegeven. Bij spanning tussen reguliere toets gegevens en stimulerende spiegeling wordt het zelfvertrouwen bij het kind zo goed mogelijk bevestigd. Waar het niveau van het kind niet meer aansluit bij dat van de klas wordt in samenspraak met de ouders een eigen leerlijn (OPP) opgesteld wat kan betekenen dat het klassikale eindniveau aan het einde van klas 6 niet gehaald wordt.
Klassen- en kinderbesprekingen
Doel is het waarnemen van ontwikkelingsvragen van een klas en en/of van individuele leerlingen. Deze besprekingen worden ondersteund door de mensbeeldstudie en er wordt gewerkt met een Handelings Gericht Werken model waarbij wordt gestreefd om potenties te stimuleren en belemmeringen te overwinnen.
De uitkomst van deze besprekingen wordt vertaald in een groepsplan en er is een zorgvuldige terugkoppeling naar de onderwijspraktijk.
Klassen - en kinderbesprekingen en besprekingen over de vorderingen zijn vaste agendapunten van de pedagogische vergadering.
De grenzen van de zorg en/of onderwijsondersteuning in onze school
Het is mogelijk dat er zich, ondanks intensieve begeleiding door de school, voor een leerling en / of de school onoplosbare problemen voordoen. Interne beoordeling van de verschillende overwegingen kunnen een rol spelen bij de verwijzing naar ander onderwijs. Deze overwegingen kunnen zijn :
- Binnen de mogelijkheden van de zorgstructuur van de school kan niet de hulp geboden worden in het realiseren van de noodzakelijke verzorging en/of onderwijs en/of behandeling.
- Verstoring van de rust en de veiligheid in de school.
- Een leerling kan zich onvoldoende aan de regels en de afspraken, die er op school zijn, houden. Bijvoorbeeld als er sprake is van voortdurend storend en agressief gedrag waardoor leerkrachten, leerlingen en de schoolleiding overmatig belast worden waardoor er voor de school veelvuldig onoplosbare problemen zijn.
- Er is sprake van een verstoring van het leerproces van betreffende leerling of klasgenootjes.
- Door het spreken en / of het handelen van ouders / verzorgers komt de de grondslag of werkwijze van de school in het gedrang.
Van genomen maatregelen of beslissingen worden ouders/verzorgers, in overleg op de hoogte gesteld door de directeur en/of Intern Begeleider. Indien er sprake is van verwijzing naar ander onderwijs is de directeur de eindverantwoordelijke en zal de school, het proces naar ander onderwijs begeleiden. Als het nodig is kan het Samenweringsverband bij dit proces betrokken worden.
Indien er sprake is van disciplinaire maatregelen zoals bv. ontzegging van de toegang tot de school, tijdelijke verwijdering, schorsing dan wel verwijdering hanteert de school daarvoor een vastgestelde procedure. De directeur zal in overleg met de bestuurder van de Stichting vrijescholen Noord Oost Nederland in Zutphen, de procedure die hiervoor is opgesteld (zie Wet Primair Onderwijs) volgen en hanteren.
De leerplichtambtenaar, van de gemeente waar de leerling woont, wordt van een disciplinaire maatregel in kennis gesteld.
Dyslexieprotocol
Bij het volgen van de taalontwikkeling van leerlingen hanteert de school ook, als onderdeel van het Leerling Volgsysteem, een Dyslexieprotocol vanaf de kleuterklas. Hierdoor kan dyslexie worden gesignaleerd en indien noodzakelijk met extra hulp worden begeleidt. Als er duidelijke aanwijzingen zijn bij de verschillende stappen die gezet zijn volgens het Dyslexieprotocol, van ernstige dyslexie, wordt in overleg met de ouders, gestart met een gerichtere aanpak. Ouders kunnen dan vervolgens met het door de school verzorgde dossier bij hun zorgverzekeraar een beroep doen op de dyslexiebehandeling in het basispakket. Omdat de aanpak van ernstige dyslexie een zaak met een lange adem is, is de samenwerking tussen school en thuis belangrijk. In ieder geval is het belangrijk dat het kind gemotiveerd raakt voor lezen en spelling. In belang van het vroegtijdig signaleren is het belangrijk dat ouders bij aanmelding de school, de kleuterjuf en/of leerkracht informeren over eventuele (erfelijke) aanleg voor dyslexie bij hun kind.
De opbouw van het taal- en leesonderwijs op de vrijeschool is anders dan in het reguliere basisonderwijs. Het voortraject ziet er daardoor anders uit en duurt langer. Op grond daarvan is een leerling die in aanmerking komt voor een buitenschools dyslexieonderzoek doorgaans wat ouder dan in het reguliere onderwijs. Ouders die hun kind aanmelden op school moeten rekening houden met dit verschil.
Vergoedingsregeling van dyslexiezorg
De aanpak van ernstige dyslexie gaat gepaard met ingewikkelde regelingen. Dat komt omdat dyslexie aan de ene kant een probleem is dat zich grotendeels afspeelt in het onderwijs. Maar aan de andere kant wordt dyslexie gezien als stoornis met een neurobiologische achtergrond. Hieruit is een regeling ontstaan waarbij de behandeling van dyslexie vergoed kan worden door de zorgverzekeraar.
De regeling is zo opgezet dat in 2013 alle kinderen in het basisonderwijs die 7 jaar of ouder zijn, voor vergoeding van ernstige dyslexiezorg in aanmerking komen. Om dit te bereiken is de leeftijdsgrens tot waar vergoeding mogelijk is verhoogd. Ouders kunnen aanspraak maken op vergoeding als de dyslexiezorg vóór de 13e verjaardag van hun kind aanvangt.
Eisen voor vergoede diagnostiek en behandeling:
- De zorg start op de leeftijd van 7 jaar of ouder.
- Een intensief voortraject is verplicht, waarbij achterstanden tijdig zijn gesignaleerd en er vervolgens planmatige intensieve hulp is gegeven.
- Er moet sprake zijn van enkelvoudige en ernstige dyslexie. Dus als het gaat om milde dyslexie of als er naast de dyslexie ook gedrags- of andere leerproblemen zijn dan komt het kind niet in aanmerking voor vergoede behandeling.
Het voortraject
De vrijeschool heeft haar eigen leesmethode en kan deze ook aanhouden. Vanaf het moment echter dat er sprake is van uitval in het proces van het leren lezen, dan is het noodzakelijk om in het daarop volgende oefentraject gebruik te maken van effectieve leesmethodes en goedgekeurd oefenmateriaal voor lezen en spelling.
Onderzoek naar dyslexie
Verschillende onderzoekbureaus uit onze regio’s kunnen onderzoeken doen naar dyslexie en bieden van begeleiding en/of behandelingen aan. Het aanbod op dit gebied bestaat uit:
- Diagnostiek van dyslexie, vergoed door de zorgverzekering;
- Behandeling van enkelvoudige ernstige dyslexie, vergoed door de zorgverzekering.
Ouders en school
De vergoeding verloopt via de verzekering van de ouders dus zij melden hun kind aan. De school levert bij de aanvraag een dossier in. Het onderzoeksbureau en de gemeente beoordelen het dossier op de verplichte eisen. Wanneer aan de eisen wordt voldaan, doet het onderzoeksbureau een onderzoek dat wordt vergoed door de verzekering. Wanneer niet aan de eisen wordt voldaan, stuurt het onderzoeksbureau het dossier terug aan de school met een korte motivatie van afwijzing en eventueel adviezen voor wat er nog nodig is om in aanmerking te komen voor behandeling.
De behandeling
Wanneer uit het onderzoek blijkt dat er sprake is van ernstige enkelvoudige dyslexie, dan kan de behandeling starten. Deze behandelaars zijn professionals op het gebied van de remedial teaching en hebben een speciale dyslexie opleiding gevolgd, werken volgens een vastgestelde methode en werken samen met de school. Wekelijks werkt de behandelaar met het kind, en op school en thuis wordt daarnaast gericht geoefend. De zorgverzekeraar van de ouders van het kind vergoedt de behandeling. Een behandeling duurt tussen de 12 maanden en 18 maanden.
Informatie
Op school kunt u met uw vragen en voor inzage in het dyslexieprotocol terecht bij de Intern Begeleider.
Voor meer informatie:
masterplandyslexie.nl en zorgwijzer.nl/zorgwijzers/dyslexie.